Zelfs de rechterlijke macht lijkt geïnfecteerd te raken.

De Hoge Raad heeft een klacht over mogelijke vooringenomenheid van een raadsheer van het hof gegrond verklaard.  Deze zaak maakt deel uit van een groot aantal zaken waarin volgens de Belastingdienst sprake was van een zogeheten oogst-op-stamconstructie. Daarbij verkochten Nederlandse tuinders op papier oogsten op stam aan een Poolse firma. De fiscus stelde zich op het standpunt dat het hier om een schijnconstructie ging. De Belastingdienst heeft daarom de veilingopbrengsten belast bij de Nederlandse tuinders.

De bestrijding van deze (vermeende) constructies is door de Belastingdienst gecoördineerd aangepakt. De belastinginspecteur die in deze zaak voor de rechtbank en het hof namens de Belastingdienst optrad, was betrokken bij die gecoördineerde aanpak.

Het hof in Den Bosch had al een aantal andere zaken behandeld waarin deze zelfde kwestie speelde. De belastingplichtigen in die zaken zijn door het gerechtshof (grotendeels) in het ongelijk gesteld. Ook in deze zaak heeft het gerechtshof  de belastingplichtige wat betreft de oogst-op-stamconstructie in het ongelijk gesteld.

De voorzitter van de belastingkamer van het gerechtshof die alle zaken behandelde was steeds dezelfde. Van de belastingkamer in deze zaak maakte voorts een rechter deel uit die voor zijn benoeming tot rechter bij het hof bij het ministerie van Financiën werkte en bij de Coördinatiegroep Constructiebestrijding van de belastingdienst (CCB), die zich bezighield met het bestrijden van fiscale constructies.

Belanghebbende heeft in cassatie onder meer aangevoerd dat sprake is van de schijn van vooringenomenheid van de betreffende rechter. Wat betreft de rechter heeft belanghebbende gewezen op een toespraak die de toenmalige staatssecretaris van Financiën heeft gehouden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de CCB. Volgens belanghebbende blijkt uit die toespraak, waarin ook de uitspraak van het hof in deze zaak werd genoemd, dat de CCB zich bezighield met de bestrijding van oogst-op-stamconstructies.

Aangezien deze rechter, in zijn vorige functie op het ministerie van Financiën, en de belastinginspecteur in deze zaak gelijktijdig lid waren van de CCB, is volgens belanghebbende bij hem de vrees ontstaan dat sprake is van vooringenomenheid bij de raadsheer.

De Hoge Raad is het met belanghebbende eens dat zijn vrees gerechtvaardigd is dat de raadsheer niet voldeed aan de eis van rechterlijke onpartijdigheid.

%d bloggers liken dit: