Als ik dit begin te schrijven is de nieuwe dag 33 minuten oud, het is net 9 november geworden. In Nederland wordt deze datum geschreven als 9-11, in Duitsland wordt deze datum die Schicksalstag genoemd.

Het gemaltraiteerd worden door de Nederlandse belastingdienst en haar Fiod duurt nu al een jaar of zes. Niet dat ik kan zeggen dat mijn leven in die periode tot een hel gemaakt is, het leven is prachtig en een hel stel ik mij toch anders voor dan de narigheid die ik door de diensten uit mijn oude vaderland over mij heen gestort krijg. Wel wordt mijn leven, mijn doen en mijn denken al zes jaar lang gedomineerd door de soep van ambtelijke drek en wormen die mij door de dames en heren van de belastingdienst wordt opgedist. Een taaie brei van ambtelijke acties, acties variërend van het sturen van beleefde briefjes waar ik op moet reageren, tot het in beslag nemen en afvoeren van mijn spullen, mijn huisraad, erfstukjes van mijn opa en oma, schaakprijsjes en medailles, mijn antieke hobby-auto die ik al sinds 1973 in bezit heb en mijn motorfiets tot het leeghalen van mijn bankrekeningen, het mij 4 maanden lang opsluiten in een gevangenis, het mijn goede naam waar je maar wilt te grabbel gooien en het mij nu al weer bijna 3 maanden onder huisarrest laten plaatsen in mijn nieuwe vaderland. Ook daar is mijn reputatie nu wel naar de knoppen.

Het is dus weer 9 november geworden, straks om 8.00 is het op de minuut af 4 jaar geleden dat ik voor het eerst gedurende het voortslepen van dit fiscale schandaal van mijn vrijheid werd berooft, een knap traumatische ervaring waar tot op de dag van vandaag, behalve wat marginale toetsingen en zegge en schrijven letterlijk één min of meer inhoudelijke behandeling nog geen rechter serieus naar heeft gekeken.

Tot op de dag van vandaag ben ik in onzekerheid of ik ooit mijn leed en mijn schade vergoed zal krijgen of dat het misschien wel zo is dat ik mij, weliswaar zonder dat ik mij daar dan bewust van ben geweest echt aan zulke slechte dingen heb schuldig gemaakt dat dat die vier maanden gevangenschap die ik heb moeten ondergaan wel rechtvaardigt. Natuurlijk ben ik onschuldig, maar zelfs al zou alles wat de belastingdienst en haar Fiod over mij beweren waar zijn, dan nog valt de wijze waarop deze mannen en vrouwen van de staat voor mij de jaren laten verstrijken niet goed te praten.

Gister Halloween gevierd, hier is dat nog niet zo bekend, voor ons als buitenlanders dus een mooie gelegenheid om onze vrienden en vooral de klasgenootjes van onze zoon iets van onze “westerse” cultuur mee te geven. Alle kindertjes genoten en de volwassenen hadden het gezellig. Het hele huis zit onder de spinnenwebben en van alle kanten wordt je onheilspellend aangestaard door doodshoofden en toverheksen. Er hangt een grote ketel met een bloederig drankje waar kleine draculatjes, trollen, kollen en spoken zich met behulp van injectiespuiten aan laven. In de tuin is een heuse begraafplaats en er wordt gedanst op de muziek van Saint-saëns.

Waarom trek je je trui niet uit? vraagt een van de gasten. Heb je het niet warm?  Valt wel mee, ik houd hem liever aan voor als ik straks weer naar buiten loop. Hoewel ik mij nergens voor schaam, het zijn de mannen en vrouwen van de belastingdienst en haar Fiod die zich moeten schamen, wil mijn vrouw beslist dat ik mijn trui aanhoudt.

Onze vrienden weten precies wat er aan de hand is, maar het is toch niet leuk als de klasgenootjes van onze zoon ontdekken dat zijn pappa met een polsbandje loopt.

1934-Rover

Hey Rudolph, that beautiful vintage car, where is it?  Ik was best trots op mijn Rovertje uit 1934, ik zeg maar dat hij in de stad in een garage staat, ik wil niet liegen. Hij staat ook, samen met de ander auto’s en mijn motorfiets inderdaad in de garage, in de garage van het politiebureau. Een bevriende politieman heeft ons laten weten dat de autoriteiten hier ook niet weten wat ze met mijn voertuigen aan moeten. Op last van het Nederlandse Openbaar Ministerie zijn ze in beslag genomen en afgevoerd voor nader onderzoek.

Onderzoek aan mijn antieke Rovertje en mijn motorfiets, ik kan mij indenken dat dat onder bepaalde omstandigheden bij een strafrechtelijk onderzoek nuttig kan zijn maar volgens de politieman wordt er absoluut niets mee gedaan. Ze worden niet onderzocht, er is geen verzoek ze naar Nederland over te brengen en ook een opdracht om ze aan mij terug te geven blijft uit.

Het gaat met mijn voertuigen net zo als dat het met mijzelf is gegaan, met heel veel tam tam afgevoerd en daarna zijdens justitie een oorverdovende stilte. Er is hier na het verzoek om mij aan te houden ook nog steeds geen uitleveringsverzoek binnengekomen.